In juni behaalde het fonds een rendement van -0,05%. Dat was gelijk aan het rendement van de index waarmee we het fonds vergelijken, de benchmark. De benchmark daalde voornamelijk doordat de rentes in de meeste landen van de eurozone stegen. Zo steeg de rente op een tienjarige Nederlandse staatsobligatie van 2,71% naar 2,81%.
Deze negatieve impact werd grotendeels gecompenseerd doordat de rentes in Italië en in Oost-Europese landen daalden, evenals die van aan overheden gerelateerde obligaties. Zo bleef het totale effect op het rendement beperkt.
De staatsobligaties van Chili, Litouwen, Italië en Slovenië behaalden de hoogste rendementen, en die van Ierland, België, Duitsland en Nederland de laagste.