Op kamers? Checklist voor op jezelf wonen
Ga je op kamers wonen? Een mijlpaal in je leven! Je gaat op eigen benen staan. Het is niet alleen een leuk moment, maar ook spannend. Je krijgt immers ook meer verantwoordelijkheid. Een nieuwe omgeving. En misschien een nieuwe woonplaats die veel groter is dan je gewend bent. Je financiële situatie verandert én je moet een hoop praktische zaken regelen. Met deze checklist voor op kamers gaan helpen we je graag op weg. Succes!
1. Het huurcontract
Het valt niet mee om een kamer te vinden. Is het uiteindelijk gelukt? Dan is het tijd voor het huurcontract. Zorg dat je weet wat je ondertekent. Neem eerst de tijd om het huurcontract goed door te nemen. Doe dat samen met je ouders of iemand anders die je kan helpen. Handig: de Rijksoverheid heeft een overzicht van afspraken die in een huurcontract moeten staan.
Ken je rechten
Blijf kritisch en ken je rechten als huurder. Bij sociale huurwoningen mag je huisbaas bijvoorbeeld maar 1x per jaar de huur verhogen. Ook mag ‘ie geen winst mag maken op de servicekosten. En bereken met het puntensysteem of je niet te veel huur betaalt. Kijk op de site van de Rijksoverheid hoe dit systeem precies werkt.
2. Inschrijven bij de gemeente
Als je op kamers gaat is dat waarschijnlijk in een andere gemeente. Ook als student moet je je inschrijven in je nieuwe gemeente. Dat mag een aantal weken van tevoren en uiterlijk 5 dagen na je verhuizing. Op de website van de gemeente staat als het goed is beschreven hoe en wanneer je je kunt inschrijven. Kijk op Rijksoverheid.nl voor meer info over het inschrijven in een nieuwe gemeente.
3. Gas, water, licht en internet afsluiten
De volgende belangrijke stap is het regelen van gas, water, licht en internet. Ga na of dit bij je kamer inbegrepen is. Bij studentenkamers is dit meestal zo. Ga je in een appartement of studio wonen? Dan moet je het waarschijnlijk zelf regelen.
Regel deze zaken ruim voordat je gaat verhuizen. Het duurt misschien wel een paar weken voordat je aangesloten bent of de spullen ontvangt. Niets vervelender dan dat je zonder stroom of internet zit.
4. Inkomsten en uitgaven in kaart brengen
De volgende stap breng je inkomsten en uitgaven in kaart. Hoeveel geld je gaat uitgeven aan boodschappen en leven, weet je nu nog niet. Maar je vaste lasten kun je wel op een rij zetten. En je kunt inschatten wat je inkomsten zijn.
Tip: breng alles na een aantal maanden op kamers wonen nog een keer in kaart. Nu hoef je minder in te schatten. Je kunt je baseren op je uitgavenpatroon van de voorgaande maanden.
5. Wat heb je nodig als je op jezelf gaat wonen?
Het inrichten van je nieuwe kamer is leuk om te doen. Maar het kan ook veel geld kosten. Ga je in een studentenhuis wonen? Dan zit je qua keukenapparatuur waarschijnlijk wel goed. Wie weet is er ook een wasmachine.
Ga je niet op kamers, maar in een appartement wonen? Dan heb je veel meer spullen nodig. Denk aan een stofzuiger of een koelkast. Witgoed is duur in aanschaf. Houd daar rekening mee in je keuze voor een kamer of appartement. Je kunt deze spullen tegenwoordig ook huren. Dat scheelt je een flink bedrag voor het aanschaffen. Maar bedenk wel dat huren op de lange termijn waarschijnlijk duurder is: het is een oplossing voor de korte termijn.
Kijk voor de essentiële spullen op Marktplaats en bij kringloopwinkels. Dat kan je veel geld schelen en er zijn genoeg tweedehands spullen van prima kwaliteit. Let wel goed op bij de aanschaf. Neem als het kan iemand mee die verstand heeft van de spullen die je gaat kopen.
Hieronder een lijstje met belangrijke inboedel die je nodig hebt voor het inrichten van je (studenten)kamer:
- Bed
- Tafel of bureau met stoel
- Bank
- Lampen
- Kledingkast
- Pannen, borden, bestek en bekers/glazen
- EHBO-spullen
6. Verzekeringen: welke verzekeringen heb je nodig als je op jezelf gaat wonen?
Een iets minder spannend onderdeel. Maar het is toch hard nodig: verzekeringen. Denk aan een zorgverzekering, inboedelverzekering en aansprakelijkheidsverzekering. We hebben de belangrijkste verzekeringen voor jou als student op een rij gezet.
7. Toeslagen voor studenten
Het studentenleven is duur. Op kamers wonen al helemaal. Gelukkig zijn er toeslagen waar je misschien voor in aanmerking komt, namelijk huurtoeslag en zorgtoeslag. Check of je recht hebt op deze toeslagen en vraag ze op tijd aan bij de Belastingdienst.
Meer over toeslagen voor studenten
8. De verhuizing
Nu ben je waarschijnlijk klaar voor de verhuizing. Dat is een hele operatie. Een aantal belangrijke dingen om aan te denken:
- Begin op tijd met de voorbereiding. Heb je hulp nodig? Sjouwers? Vraag hen op tijd om jouw verhuisdag vrij te houden in de agenda.
- Je hebt een busje of verhuiswagen nodig, maar misschien is de auto van je ouders wel groot genoeg. Als dat niet zo is: met je rijbewijs B mag je een (klein) busje besturen.
- Meet je spullen op en ga na of alles past.
- Regel verhuisdozen en start op tijd met het inpakken van je spullen.
- Zorg dat er voldoende eten en drinken is voor jou en je helpers.
Dit waren de belangrijkste zaken om voor te bereiden voor je verhuizing. Wil je niets aan het toeval overlaten? Check dan de Verhuischecklist van de Consumentenbond.
9. Adreswijzigingen doorgeven
Ben je verhuisd? Dan kun je zeggen dat je op jezelf woont. Gefeliciteerd! Nu is het tijd om je adreswijzing door te geven. Heb je je verhuizing bij de gemeente gemeld? Zij veranderen jouw gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP). Overheidsinstanties hebben jouw nieuwe adres dan automatisch ook. Die hoef je niet meer te informeren.
Natuurlijk moet je je adreswijziging nog wel aan anderen doorgeven. Bijvoorbeeld:
- Familie, vrienden en kennissen
- Je werkgever, als je een bijbaan hebt
- Energie- en waterbedrijf (als je niet in een studentenhuis gaat wonen)
- Je bank
- Huisarts en tandarts
- Verenigingen waar je lid van bent
- Abonnementen, als je die hebt
Je kunt je adreswijziging ook doorgeven via de Verhuisservice van Post NL. Zij informeren een aantal instanties voor je. Je bent wel zelf verantwoordelijk om na te gaan of de adreswijziging overal is doorgekomen.
10. Studentenrekening openen
De volgende stap is het afsluiten van een studentenrekening. Je hebt natuurlijk al een rekening, dus waarom zou je dat doen? Het voordeel is dat een studentenrekening geen extra geld kost. Je betaalt geen maandelijkse kosten voor het aanhouden voor de rekening.
De Studentenrekening van ASN Bank is gratis voor studenten van 18 tot en met 29 jaar. Je mag er rood mee staan, als je dit aanvraagt. En het is ook mogelijk een creditcard bij je rekening te krijgen.
De Studentenrekening van ASN Bank.
Pas op voor oplichters
ASN Studentenrekening
Met de ASN Studentenrekening heb je je bankzaken goed geregeld. Zo kun je je maximaal focussen op je studie.
Ga je binnenkort studeren?
Dan moet je een boel regelen, zoals studiefinanciering en misschien wel een kamer. We helpen je graag op weg.
Op zoek naar een kamer? Hier wat tips
Heb je nog geen kamer gevonden? Of ga je over een poos op kamers, maar nu nog niet? Deze tips helpen je om in de toekomst een kamer te vinden: