Zorg dat jouw T-shirt niet bijdraagt aan Oeigoers leed

Deze column is op 10 februari 2021 gepubliceerd op volkskrant.nl

Door Irina van der Sluijs, mensenrechtenexpert en werkzaam bij ASN Bank.

Wie iets wil doen aan de verkrachtingen van Oeigoerse vrouwen, heeft wel degelijk een keuze. Laten we bedrijven aanspreken op misstanden in de keten, betoogt Irina van der Sluijs.

En weer is het raak. Ooggetuigen verhalen over systematische verkrachtingen van Oeigoerse en Kazachse vrouwen in Chinese strafkampen die gedwongen onze T-shirts moeten maken, in een artikel van NRC. Naast groepsverkrachting gebruiken de mannen meer genderspecifieke marteltechnieken zoals het inbrengen van elektrische staven in de vagina’s van deze vrouwen.

The New York Times bericht over de verborgen kosten van ‘Made in China’-spullen. Te weten dat meer en meer fabrikanten in de toeleveringsketens van (kleding-)bedrijven gebruikmaken van gevangenen als goedkope arbeidskrachten om in moordend tempo lucratieve (westerse) orders af te handelen. Gevangenen, overigens, die niets anders misdaan hebben dan behoren tot een etnische minderheid, zoals de Oeigoeren in de Chinese provincie Xinjiang.

Ja, hoor je dan vaak, wat kunnen wíj daar nu aan doen? Dit zijn barbaarse praktijken in ver-van-mijn-bedlanden met afwijkende cultuur en historie. En dat onze bedrijven en wij consumenten de vruchten plukken van ondermaatse arbeidsstandaarden aldaar, is nu eenmaal hoe het systeem werkt. Bijkomende schade, dit soort uitwassen, wat helaas hoort bij een verder prima functionerende keten van toeleveringslanden met groeidrift aan de ene en inkopende landen met koopkoorts aan de andere kant. Uiteindelijk komt de massa aan beide kanten van het spectrum er beter uit, met dubbele groeicijfers in landen als China en een oneindig aanbod van fast fashion en ander spul dat bij ons voor een prikkie in de schappen ligt.

Cynisch en lui

Maar klopt zo’n redenering wel? Naar mijn smaak is dit een cynisch en lui standpunt dat niet alleen moreel verwerpelijk is, maar ook feitelijk onjuist. Want wij, ja u en ik, kunnen wél iets doen.

Ten eerste kunnen wij in deze verkiezingstijd onze politici laten weten dat het schenden van basale arbeidsrechten in bedrijfsketens niet alleen strafbaar moet zijn in Nederland en de EU, maar wereldwijd. In bovengenoemde voorbeelden uit China rond gedwongen arbeid gaat het zowaar over een van de vier fundamentele arbeidsrechten van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Die zijn 102 jaar (!) geleden overeengekomen bij de oprichting van deze organisatie.

Dit kunnen wij doen door te stemmen op partijen die deze initiatiefwet van de ChristenUnie steunen: ‘Tegen slavernij en uitbuiten – een wettelijke ondergrens voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.’ En wij kunnen ons inschrijven bij het Idvo, het Initiatief Duurzaam en Verantwoord Ondernemen dat bedrijven, consumenten, burgers en maatschappelijke organisaties samenbrengt en lobbyt voor wetgeving op bindende ketenverantwoordelijkheid.

Smartphone

Ten tweede hebben wij als consument een mogelijkheid om positieve verandering in gang te zetten. Stel jezelf de vraag waar je kleding, smartphone of tuinstoel gemaakt is. En ondervraag de merken en winkels waar je spullen koopt of zij zich bezighouden met risicomanagement in de ketens. Oftewel, hoe waarborgen zij een leefbaar loon en veilige werkomstandigheden voor werknemers wereldwijd? En hoe handelen zij op het moment dat duidelijk wordt dat er stelselmatige mishandeling plaatsvindt, zoals nu in China?

Kunnen zij, alleen of met andere inkopers, hun invloed bij de fabrikanten aanwenden om deze flagrante mensenrechtenschendingen per direct te stoppen op straffe van het terugtrekken van orders? Durven zij het aan om overheden aan te spreken op hun verantwoordelijkheid om werknemers te beschermen? Zullen zij plechtig beloven de toeleveringslanden niet te verlaten als de lonen stijgen? Enzovoorts.

Kapitaalinjecties

Tot slot kunnen wij naar de financieringsstromen van deze ketens kijken. Wie is feitelijk eigenaar van het (kleding)bedrijf? Zijn het beursgenoteerde bedrijven, die afhankelijk zijn van aandeelhouders voor hun kapitaalinjecties? In dat geval kunnen we wederom met onze portemonnee het verschil maken. Namelijk daar bankieren waar banken alleen maar beleggen in bedrijven die ten minste voldoen aan basisvoorwaarden voor mensen- en milieurechten. En een betrokken dialoog voeren, ook wel ‘engagement’ genoemd, met bedrijven die zij financieren zodat deze beter hun best doen op ketenbeheer.

Een goed voorbeeld is het Platform Living Wage Financials dat ASN Bank mede heeft opgericht, samen met collega’s van onder andere Triodos IM, ABN Amro, MN en Achmea IM. Dit initiatief richt zich op de noodzaak van het betalen van een leefbaar loon in kleding- en landbouwketens.

Rest voor u en mij de vraag: hoe lang willen wij nog indirect blijven profiteren van het exploiteren van Oeigoerse vrouwen en al hun lotgenoten in fabrieken in pak ’m beet Bangladesh, India of Myanmar? De tijd van cynisch achteroverleunen en de markt zijn werk laten doen, is nu echt voorbij.

Delen op: