Rijksbegroting 2022: wie krijgt de rekening?

Door Piet Sprengers, manager duurzaamheidsbeleid en strategie ASN Bank

De rijksbegroting voor 2022 is cruciaal voor de aanpak van een aantal grote maatschappelijke vraagstukken. Dat vereist scherpte van de leden van de Tweede Kamer. Zij zijn straks aan zet om kritisch te beoordelen of er een begroting ligt die de lasten niet afschuift maar gebaseerd is op wederkerigheid.
Piet Sprengers

Talloze rapporten doen ons inzien dat de tijd dringt om de problemen rondom klimaat, wonen en biodiversiteit versneld op te lossen. Voor onszelf en de generaties na ons. De vraag is: kunnen zij nog op onze schouders staan, of laten we ze vallen. Een rechtvaardige verdeling van lusten en lasten, nu en straks, is cruciaal.

Vier onderwerpen die in de beoordeling van deze begroting extra aandacht verdienen zijn belasting van de vervuilers, de aanpak van perverse subsidies, het belang van natuur en natuurlijk het woningprobleem. Hier zijn wijzigingen nodig met direct positief effect op onze maatschappij.

Gaat de vervuiler betalen?

We willen goed betaald werk voor iedereen en tegelijk de natuurlijke hulpbronnen niet uitputten. Toch is arbeid (te) duur en zijn de natuurlijke hulpbronnen (te) goedkoop. De circulaire economie waar we zo naar uitkijken krijgt alleen een kans als de belasting op arbeid minder wordt en de belasting op vervuiling en het gebruik van grondstoffen omhoog gaat. We moeten daarom naar verdergaande fiscale vergroening.

Naast de CO2-heffing betekent dat ook het invoeren van belasting op luchtverontreiniging door de industrie, zoals stikstofemissies, én het verhogen van belasting op watergebruik. En tegelijkertijd: arbeid stimuleren door lagere loonheffingen voor werkgevers en door werkenden met lage inkomens minder premie te laten betalen. Loon en arbeidszekerheid nemen dan toe en de druk op milieu en natuur nemen dan juist af.

Worden perverse subsidies en belastingvoordelen aangepakt?

In het huidige systeem stimuleren we milieuvervuiling met subsidies en door belastingverlichting. Dat wij allemaal meebetalen om die belastingverlichting mogelijk te maken mag je gerust pervers noemen. Nog steeds is kerosine voor de luchtvaart onbelast, krijgen grootverbruikers van fossiele energie korting en wordt ook de scheepvaart door lage belastingen gestimuleerd om fossiele brandstof te verbruiken. De overheid gaat zelfs zover dat zij met exportkredietverzekeringen garant staat voor fossiele projecten van Nederlandse bedrijven in andere landen. Hoe is dit mogelijk in deze tijden? De noodzaak van systeemverandering is evident, en daar kunnen we niet nóg een jaar op wachten.

Krijgt de natuur nog een kans?

De coronamaatregelen leidden tot een massale trek naar de natuur. We liepen in polonaise over de Veluwe, terwijl we daar juist ruimte zoeken. Nederland heeft meer natuurgebied en vooral strikt beschermd natuurgebied nodig. Gebieden waar de natuur haar eigen gang gaat, terwijl wij er nog steeds kunnen recreëren. Voor vermaak, onze gezondheid en die van onze kinderen. En natuurlijk ook om de stikstofcrisis te bezweren, extensieve landbouw te veranderen naar een beter model en anders om te gaan met de natuur.

Komen er betaalbare én duurzame woningen?

De roep om meer betaalbare woningen komt van alle kanten. Terecht. Maar meer woningen is niet voldoende, deze woningen moeten ook klimaatneutraal worden, of ze nou nieuw zijn of bestaand. Een uitdaging van jewelste. Bevat de begroting voldoende maatregelen om zowel het woningtekort als de verduurzaming daarvan aan te pakken?

De opslag van CO2 door houtbouw verdient minimaal dezelfde financiële steun als de opslag van CO2 in lege gasvelden. En biobased materialen moeten in de bouwvoorschriften kunnen rekenen op een gelijk speelveld met traditionele grondstoffen als beton. Maatregelen voor klimaatadaptatie zoals wateropslag en natuurlijke verkoeling door groene daken moeten opgenomen worden in de tijdelijke Regeling Hypothecair Krediet. Huiseigenaren gaan zo meehelpen de effecten van extreem weer in de gebouwde omgeving op te vangen.

Alle bovenstaande aandachtspunten gaan over de vraag ‘wat voor samenleving kiezen we’. Over wat we wel willen (werk en beloning) en wat we niet willen (vervuiling, woningtekort). De discussie daarover wordt nog onvoldoende gevoerd, terwijl die juist in de politiek op zijn plek is. Het moet gaan over wat nodig is in plaats van wat haalbaar is, over wat we van waarde vinden en wat we rechtvaardig vinden. Over wat een samenleving een samenleving maakt.

Antwoord op die vragen vinden we niet bij marktwerking, maar wel bij goed onderwijs, betekenisvol werk, betaalbare duurzame woningen, meer natuur en zorg voor iedereen. Nu en voor toekomstige generaties. Laten we dat in onze gedachten houden als de koffer weer wordt geopend.

Delen op: