De mens heeft een haat-liefdeverhouding met water: we houden ervan, leven ervan, maar we zijn er ook bang voor. Hoe zou jij het vinden om aan de kust te wonen en het water elk jaar een stukje dichterbij je huis te zien komen?

Foto door Nathan Cowley via Pexels
Waterrijke natuurgebieden verdwijnen
Als gevolg van zeespiegelstijging, bebouwing en industrie zijn aan zee grenzende natuurgebieden in de afgelopen decennia helaas gehalveerd. En juist deze natuurgebieden beschermen ons tegen het stijgende water. Dat doen ze door de golven te remmen en zo de impact op onze kusten te verminderen.
De wereldwijde krimp van groene kustzones raakt ruim 3 miljard mensen, 40% van alle mensen op aarde. Maar er zijn meer consequenties: het tast de biodiversiteit aan (minder insecten, vogels en vissen) en het vermindert de opslagcapaciteit van CO2. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat natuurgebieden langs de kust (bijna 10% van het landoppervlak op aarde) 10 keer zoveel CO2 kunnen opslaan als droog land.
Wereldwijde herstelprojecten
Het gevaar én de kosten van dit verlies aan natuur is onderkend en over de hele wereld vinden dan ook herstelprojecten plaats. Met wisselend succes overigens. En jammer genoeg wordt er vaak gebruik gemaakt van milieubelastende materialen als beton en plastic. Dat er groenere oplossingen bestaan, bewijst het in 2018 opgerichte BESE. In de video (Engelstalig – ca 2 minuten) kun je zien hoe ze natuurherstel op een duurzame manier aanpakken.
BESE kiest dus voor een duurzame aanpak van natuurherstel. Het bedrijf heeft een holle rastermat ontwikkeld van natuurlijk materiaal dat geleidelijk oplost in het water en geen vervuiling achterlaat. Na een aantal jaren kan de plant, mossel- of oesterbank op eigen benen staan.
Van plastic naar patat
Wat was er eerder, de rastermat of het materiaal? Malenthe Teunis, mariene bioloog en één van de medewerkers van BESE, licht toe: ‘Mijn collega’s Wouter en Karin kregen een opdracht om in de Waddenzee mosselbanken te herstellen en het materiaal mocht geen plastic zijn. De structuur die ze hadden ontwikkeld was op dat moment nog van plastic. ’
BESE-collega’s Wouter Lengkeek en Karin Didderen (beiden mariene bioloog) gingen vervolgens driftig op zoek naar biologisch afbreekbaar materiaal. Het duo kwam terecht bij Rodenburg, een Brabants familiebedrijf dat biologisch afbreekbare polymeren maakt van zetmeel uit aardappelschillen.

Het team van BESE. Laura van Dijk (operationeel assistent), Malenthe Teunis, Wouter Lengkeek (directeur) en Karin Didderen - foto: BESE
Naam afgeleid van belangrijkste product
En de naam BESE (uit te spreken als bies)? Die is afgeleid van het belangrijkste product: Biodegradable EcoSystem Engineering Elements, BESE-elements dus. De matten, een halve meter bij een halve meter in grootte, helpen planten en schelpdieren als mosselen en oesters aan een stabiele woonomgeving. Ze gaan erosie tegen en herstellen de kustecosystemen. Hoe groter en groener de kwelders en zeegrasvelden, hoe kleiner de kans op overstromingen én hoe groter de opslag van CO2.

Hulp van lokale bevolking

Bij het project in Ambon is de hulp van lokale bevolking essentieel – foto: BESE
Samen met Radboud Universiteit en NIOZ
Qua research & ontwikkeling maakt BESE slim gebruik van lokale kennishulpbronnen. Zo werken ze in Nederland samen met wetenschappers van de Radboud Universiteit en het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek).
Ook bij buitenlandse projecten wordt er samengewerkt met lokale wetenschappers: in Florida bij het herstel van oesterriffen met University of Florida (UF), op het Molukse eiland Ambon, waar een mangrovebos wordt hersteld, met University of Pattimura en in Queensland Australië bij het herstel van een onderwaterrif met University of Sunshine Coast (USC).
De combinatie van onderzoek én het verder doorontwikkelen van BESE-producten maakt het werk voor Malenthe interessant. Ze studeerde in 2015 (cum laude) af als mariene bioloog aan de Rijksuniversiteit van Groningen: 'De ene dag zit ik achter mijn bureau en de andere dag met mijn voeten in het veld. Die afwisseling vind ik heel fijn.'
Projecten in Nederland
Ook in eigen land is BESE actief. Onder meer met een kanaaltuin in Delft, een natuurlijke oever van ruim 40 meter in Zeeland en een proefopstelling met moerasplanten op Texel en Zeeland. En onlangs ontving BESE een opdracht voor het aanleggen van drijvend groen in de Houthaven, een nieuwbouwwijk in Amsterdam. Het eiland zal met planten op een bedje van BESE-elementen worden opgebouwd.

Malenthe Teunis in actie bij de aanleg van een grachtentuin in het centrum van Delft, foto: BESE
BESE in 2025
Wat zijn de plannen van BESE? Malenthe pakt het meerjarenplan erbij: ‘In de komende 5 jaar willen we 100 hectare waterrijk natuurgebied hebben versterkt met onze matten, dat kun je vergelijken met ruim 130 voetbalvelden.’ De ambities zullen volgens haar ook leiden tot meer zelfstandigheid: ‘We leunen nu heel erg op ons moederbedrijf, over vijf jaar willen we financieel zelfstandig zijn en qua medewerkers uitbreiden.’
Sinds de start in 2018 heeft BESE over aandacht niet te klagen. Zo ontving het van Jan Terlouw de Jan Terlouw Innovatie Award, stond Malenthe in een talentenoverzicht van het FD en deed het – als één van de 6 finalisten - mee aan de ASN Bank Wereldprijs. Hoewel BESE net niet in de prijzen viel, kijkt Malenthe positief terug op die deelname: ‘Dankzij Voor de Wereld van Morgen en ASN Bank hebben we ons netwerk flink uitgebreid. En zijn we weer een beetje bekender geworden.’
Wil je op de hoogte blijven van de projecten van BESE? Volg @BESEproducts op Instagram of bezoek hun website.